top of page

Voortgangsrapportage en nieuwe stap in opschaling

Bijgewerkt op: 16 okt

59 agrariërs, woningcorporaties en projectontwikkelaars kwamen samen om een lokale, circulaire biobased keten voor isolatiematerialen te verkennen in de Raadszaal van de gemeente Gooise Meren.

Het Lisdodde project heeft sinds de bijeenkomst in maart 2025 een belangrijke ontwikkeling doorgemaakt. Wat in 2024 begon als een regionaal experiment in Gooise Meren, transformeert naar een structurele aanpak van veenweideproblematiek met intergemeentelijke samenwerking.


De combinatie van een werkend consortium, heldere businesscase, subsidiestrategie, technische ontwikkeling én een komend investeringsvehikel creëert de randvoorwaarden voor grootschaliger implementatie. De wens om dit vehikel in 2026 op te richten markeert een essentiële stap: van projectfinanciering naar structurele financieringsconstructie die opschaling en herhaalbaarheid mogelijk maakt. Dit artikel informeert stakeholders over de huidige stand van zaken en de ambitieuze vervolgstappen.


Producent Jeroen Vrolijk met diverse varianten van lisdodde isolatie.

Van regionaal consortium naar intergemeentelijke samenwerking

Het oorspronkelijke consortium in Gooise Meren functioneerde als vliegwiel voor een bredere beweging. Naast de actieve partners –drie veeteeltboeren (Wilco Kemp, Frans-Jan ter Beek en Chiel Pronk), De Struunhoeve als verwerker, aannemer Coen Hagedoorn, woningcorporatie De Alliantie en Building Balance– ontstaat nu samenwerking met gemeente Amsterdam. Deze verbreding is logisch: in de veenweidegebieden rondom Gooise Meren en Amsterdam lopen diverse lisdodde-initiatieven met onderlinge overlap. Bij het Burkmeer voert gemeente Amsterdam wetenschappelijk onderzoek uit naar teeltmethoden en CO₂-uitstoot. Bij Wilco Kemp in Wijdemeren vindt parallel onderzoek plaats met Waternet en universiteiten. De Struunhoeve als verwerker levert nu al aan verschillende partijen, van aannemers tot plaatmakers. Door deze initiatieven te verbinden ontstaat schaalvoordeel en kennisdeling.


Deze bigbag met vermalen lisdodde wordt dit najaar ingeblazen zodat inblaastechnieken en technische eigenschappen kunnen worden gemonitord in een mock-up. 

Concrete voortgang Gooise Meren consortium

Onder leiding van projectmanagers Dora Vancso en Sofie Snoek komen partners iedere zes weken bijeen. Dit heeft geleid tot een gedetailleerd projectplan, transparant businessmodel en heldere rolverdeling.


Voor 2026 wordt minimaal 15 hectare verwacht, met gefaseerde groei naar 85 hectare in 2029. Deze opschaling moet isolatiemateriaal leveren voor circa 150 corporatiewoningen. Gemeente Gooise Meren en de Rabobank Ledenraad Gooi en Vecht hebben in 2025 al financiële middelen beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling van natte teelt in hun respectievelijke gebieden. Deze fantastische steun, zeker ook in raad en daad, vormt de basis voor verdere opschaling.


Nieuw: investeringsvehikel voor veenweidegebieden

De belangrijkste nieuwe ontwikkeling is het voornemen om een gezamenlijk investeringsvehikel op te richten. Ondanks interesse van boeren in natte teelt, zien zij weinig direct handelingsperspectief. Natte teelt vraagt aanzienlijke investeringen in landverandering, met onzekere inkomsten die zich pas later verwaarden via verkoop van materiaal en carbon credits. Bovendien is het organiseren van de complete keten –van land tot pand– complex en tijdsintensief. Boeren blijven dus afwachten tot zij snel en makkelijk in kunnen stappen. Tegelijkertijd is lisdodde, en breder natte teelt, de oplossing voor de

veenweideproblematiek en mag dus niet worden onderschat voor toekomstige toepassing in de veenweidegebieden.

Het vehikel moet fungeren als vliegwiel dat:

  • Boeren financieel ondersteunt bij de omzetten van landen naar natte teelt.

  • Startkapitaal beschikbaar stelt voor grondverandering en eerste oogsten.

  • Ketenregie en projectmanagement faciliteert.

  • Onrendabele toppen wegneemt bij bouwers voor het toepassen van lisdodde isolatie

  • Een revolverende functie heeft: een deel van de winst vloeit terug voor verdere opschaling.


Strategische onderbouwing

Het oprichten van dit vehikel anticipeert op nationale en Europese ontwikkelingen:

  • Veenweideproblematiek: bodemdaling en uitstoot van broeikasgassen door ontwatering van veengebieden worden erkend als urgente milieuproblemen. Wetgeving en stimuleringsmaatregelen zijn te verwachten.

  • Restemissie 2050: internationaal wordt gestuurd op netto-nul emissies in 2050. Nederland is een van de weinige EU-landen met netto uitstoot van broeikasgassen uit landbouw en landgebruik. Natte vezelgewassen houden broeikasgassen in de bodem én slaan deze op in bouwproducten, een unieke combinatie.

  • Natuurherstelverordening: projecten moeten bijdragen aan biodiversiteitsverbetering. Natte teelten op basis van inheemse gewassen zijn hiervoor bijzonder geschikt.

  • Materiaalschaarste: houtproductie kan de behoefte aan circulaire bouwmaterialen niet dekken. Vezelgewassen uit veengebieden bieden aanvullende capaciteit met soms betere eigenschappen dan hout voor specifieke toepassingen.


Het vehikel moet geschikt zijn voor het tweeledig verdienmodel van natte teelt: enerzijds verwaarding van ecosysteemdiensten (geen winst, publieke middelen), anderzijds verkoop van materiaal en carbon credits (wel winst). Deze combinatie vereist slimme juridische structurering.


Voordelen voor participanten

Deelname aan het vehikel biedt:

  • Maatschappelijke impact: concrete bijdrage aan oplossen veenweideproblematiek.

  • Handelingsperspectief boeren: financiële ondersteuning voor noodzakelijke transitie.

  • ESG-doelstellingen: aantoonbare bijdrage aan duurzaamheid voor bedrijven en overheden.

  • Efficiënte geldstroom: georganiseerde manier om middelen effectief in te zetten.

  • Kennisvoorsprong: anticiperen op aankomende wet- en regelgeving.

Carbon credits en ecosysteemdiensten

De netto klimaatwinst van 24 ton CO₂-equivalent per hectare per jaar vormt een essentieel onderdeel van het verdienmodel. Bij een marktprijs van €65 per ton CO₂ levert dit circa €750 per hectare per jaar op voor deelnemende agrariërs. Samenwerking met TU Delft en Universiteit Utrecht voor technische validatie is opgezet om commerciële testkosten te beperken. Voor certificering wordt het traject via de Stichting Nationale Koolstofmarkt (SNK) voorbereid.


Daarnaast biedt lisdoddeteelt ecosysteemdiensten die in de toekomst mogelijk ook financieel verwaardeerd kunnen worden:

  • Waterzuivering (opname nitraat, fosfaat, pesticiden).

  • Waterberging en buffering bij extreme neerslag.

  • Biodiversiteitsverbetering (moerasvogels, libellen, amfibieën).

  • Bodemstabilisatie (voorkomen veenoxidatie).


Wet- en regelgeving

De inventarisatie van knelpunten in ruimtelijke wet- en regelgeving (april-juni 2025) levert input voor het gesprek met provincies en rijk.

Specifieke aandacht gaat uit naar:

  • Bestemmingswijziging van blijvend grasland naar lisdoddeteelt op veengrond.

  • Toepasbaarheid binnen beschermde gebieden (Natura2000, Unesco).

  • Vergunningverlening voor nieuwe biobased bouwmaterialen.

De gezamenlijke positie van meerdere gemeenten versterkt de lobby richting hogere overheden.


Kritische succesfactoren

De komende periode is bepalend voor het slagen van zowel het regionale project als het bredere vehikel:

  1. Subsidietoekenning: definitieve toewijzing financiering in Q4 2025.

  2. Juridische structuur: passende organisatievorm die staatssteunproblemen voorkomt en zowel publieke als private doelen dient.

  3. Commitment gemeenten: formele toezegging partners.

  4. Technische validatie: bevestiging dat materiaal voldoet aan bouweisen.

  5. Bestemmingswijziging: duidelijkheid over regelgeving blijvend grasland.


Transparantie en kennisdeling

Conform de uitgangspunten wordt geen exclusieve kennis ontwikkeld. Alle inzichten worden breed gedeeld voor maximale maatschappelijke waarde. Een minimaster-bijeenkomst voor kennisuitwisseling met alle geïnteresseerde partijen wordt gepland in 2026.


Het businessmodel met transparante financiële stromen per ketenpartner blijft beschikbaar voor alle participanten, zodat helder is wie welke kosten draagt en opbrengsten ontvangt. Hiermee wordt niet alleen het Gooise Meren-project ondersteund, maar ontstaat een model dat andere regio's in Nederland met veenweideproblematiek kunnen overnemen. De komende maanden zijn bepalend. Met definitieve subsidietoekenning en de juiste juridische structuur kan 2026 het jaar worden waarin natte teelt in veengebieden de overstap maakt van innovatie naar een standaard oplossing.


Contact

Neem contact op met Dora Vancso d.vancso@gooisemeren.nl voor participatie en informatie. Medio november 2025 wordt een sessie belegd voor geïnteresseerde agrariërs.

Wat willen wij bereiken?

Als vrijwilliger, professional en/of donateur

Stichting Gerben Struik

Mail: info@stgerbenstruik.nl
van Tienhovenlaan 17
1412 EB Naarden

ANBI status sinds mei 2024, RSIN: 861035148.

KvK: 77525884.

Bankrekening: NL61RABO0338852743.

© 2025 Stichting Gerben Struik

linkedin logo

Abonneer je op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van onze projecten en initiatieven

bottom of page